top of page

In detail..

Hondenbrokken hebben wij mensen gemaakt, niet de hond.

De met brokken gevoerde honden hebben meer klachten van het gebit, oren, huid, bewegingsapparaat, maag-darmstelsel en anaalklieren.

 

Hondenbrokken

 

a. Geëxtrudeerde brok:

In water zet de brok tot vier maal de originele grootte uit en valt niet uit elkaar. Dit zie je in het braaksel van de hond vaak. Doordat de brokken slecht uiteen vallen zijn ze slechter bereikbaar voor de verteringsenzymen. Het productie proces is een extrudatie. Op deze wijze worden de granen ontsloten en de celwand kapot gemaakt, zodat de hond de inhoud kan benutten. Het bestaat uit het samenvoegen van de noodzakelijke voedingscomponenten. Een eiwitproduct in de vorm van diermeel. Een vetbron van plantaardige- of dierlijke herkomst. De koolhydraatbron is afkomstig van granen. De vitaminen en mineralen van niet natuurlijke herkomst worden toegevoegd. De granen zijn het talrijkst aanwezig. Meer dat vijftig procent. De reden is dat zonder granen extrudatie niet kan plaatsvinden. Dit is de hoofdreden waarom het overgrote deel van de brok gevoerde honden aan overgewicht leidt. een temperatuur van honderddertig graden Celsius Onder de hoge druk en temperatuur vinden vele ongunstige processen op de voedselcomponenten plaats. Enkele van deze processen zijn, denaturatie*, hydrolyse*, oxidatie*, vorming van verbindingen tussen zetmeel en eiwit en zetmeel en vet. Na het extrudatieproces worden de brokken weer bespoten met aminozuren, vetten , vitaminen en mineralen ter compensatie van het verlies. Als stabilisatie worden er vaak conserveringsmiddelen aan toegevoegd. Ethoxyquine (E324), BHA (Butyl Hydroxyl Anisol E320) BHT Butylhydroxytolueen (E321). Het bevat totaal geen bacteriën. Dus ook niet de positief aan de gezondheid bijdragende bacteriën. Het feit dat geur-, kleur-, en smaakstoffen worden toegevoegd om de honden aan het eten te houden is op zijn minst bedenkelijk. Vele stoffen worden niet opgenomen door het maagdarm stelsel, resulterende in volumineuze ontlasting bij deze vorm van voeding. De lever heeft extra werk. Ethoxyquine, BHA en BHT zijn stoffen met bewezen carcinogene effecten. Humaan worden deze stoffen restrictief gebruikt. In commerciële diervoeders mogen deze stoffen nog steeds gebruikt worden.

 

b. Geperste brok:

In een glas met water valt de brok na een zekere tijd ook uit elkaar. Dit in tegenstelling tot de brok uit het de massa verhit wordt tot rond de tweeënzeventig graden Celsius. Van overheidswege is dit verplicht. Pasteurisatie genaamd. Voedsel moet immers steriel zijn vele bacteriën worden op deze wijze gedood. Wat ten koste gaat van de maag-darm fauna. Ook in deze voeding zitten veel granen. Een overgewicht bij de hond is dus te verwachten. de ontlasting blijft volumineus. Wel minder als bij de vertering van een geëxtrudeerde brok. Antioxidanten worden in deze voeding veel gebruikt in de vorm van vitamine E of C en selenium. Geur-, kleur- en smaakstoffen worden niet gebruikt. De reden is dat deze voeding veel van de originele geur en smaak heeft behouden, door de lagere temperatuur die in het productieproces gebruikt wordt.

 

c. Diner:

Diners zijn opgebouwd uit droge graanvlokken en brokken die worden aangelengd met warm water. De gebruikte proteïne bronnen zijn vaak gluten of proteïne gels. Deze lijken sterk op stukjes vlees. Ook deze voeding wordt geëxtrudeerd. Uiteraard is er weer veel verlies aan biologische beschikbaarheid van de voeding en is een overmaat aan granen aanwezig. Wederom een volumineuze ontlasting, omdat er veel onverteerbare componenten in zitten.

 

d. Blikvoeding:

Deze voeding bestaat uit een mengsel van ingrediënten zoals vlees, vetten, zetmeel, vitaminen en mineralen en een overmaat aan vocht wordt gesteriliseerd, gepasteuriseerd of onder druk verpakt. Dit is afhankelijk van de pH* van de voeding. Groente, fruit en vis wordt over het algemeen onder hoge druk verhit en verpakt. Wederom gaat veel voedingswaarde verloren. De voeding is steriel zoals ook voor de diners en brokvoeding. Het steriel zijn van voeding is een eis die de overheid aan commerciële voeding stelt. Verhitting doet echter weer afbreuk aan de biologische beschikbaarheid van de voedingsstoffen. Als voeding in het bereidingsproces verhit wordt tot tweeënzeventig dan wel honderddertig graden Celsius, verandert de samenstelling van de nutriënten. Enzymen, actief- en passief transport en de metabolisatieprocessen in de cellen zullen nu in de problemen komen. De voeding is lichaamsvreemder geworden. Dit zou een negatief effect kunnen hebben op het darmstelsel, de alvleesklier, de lever en de nieren De additieven als geur-, kleur- en smaakstoffen aangevuld met conserveringsmiddelen kunnen als ballast voor het verteringsstelsel worden bestempeld. Als ze opgenomen kunnen worden, moeten ze door de lever worden omgezet tot wateroplosbare afvalstoffen die door de nieren worden verwijderd. Dan spreken we nog niet over de eventuele mutagene effecten van deze stoffen.

 

Rauwe voeding

 

a. Botten en vlees:

Dit is het hoofdbestanddeel van de rauwe voeding. Zestig procent van de totale voedingsbehoefte. Het aandeel bot is gelijk aan het aandeel vlees. Dus vijftig procent van elk. Van belang is dat er geen dragende botdelen gegeven worden. Zoals een femur, een patella, een tibia of humerus. Deze zijn te hard en kunnen het gebit te vlot doen slijten. Ribben, borstbenen, wervels en schouderbladen met vlees zijn ideale delen om te voeren. Van vogels en klein wild kunnen alle botten met vlees gevoerd worden dus ook dragende delen. Bot vormt de ideale bron van calcium, fosfor en mineralen.

De calcium fosfor verhouding is altijd goed. Volledig in de natuurlijke niet bewerkte vorm. Enzymatisch dus goed verteerbaar. Het beenmerg bevat veel vitaminen ( A,D,E en K ) en mineralen en vetten. Gelijktijdig is het kauwen op bot een gebitsreiniging en geeft het honden een prettige sensatie. De hypothese is dat kauwen op een bot endorfinen en enkefalinen zou vrijmaken in de hond. Deze geven de hond een rustgevend gevoel. Het vlees aan het bot is een perfecte eiwitbron, met ijzer en fosfor. Volledig in natuurlijke staat.

Enzymen van de hond passen vele malen beter op de niet gedenatureerde (=kapotgemaakte) eiwitten. Er vindt immers geen verhitting plaats. In vlees van een prooi zitten proteolytische(=eiwitsplitsende) enzymen die meehelpen de vertering te volbrengen. De in de bloedbaan opgenomen micronutriënten komt in de lever terecht. De lever treft vele malen minder verontreinigingen en moeilijk omzetbare nutriënten aan. Biochemisch hoeft de hond veel minder arbeid te verrichten, dan bij brokken. Het soort hond bepaalt wel wat voor een soort botten gevoerd kunnen worden. Kleine rassen en brachycephalen hebben moeite met de wat hardere delen en kunnen beter gevogelte en klein wild eten. De verhouding vlees, bot verschilt ook van hond tot hond. Sommige honden constiperen licht van bot en zal voor die honden het botaandeel dus licht verminderd moeten worden.

 

b. Organen:

De behoefte is rond de vijfentwintig procent. Organen die gebruikt worden zijn, hart, longen, strotten, testikels, nieren, alvleesklier, lever en vuile pens. Ze zijn de voedselbron van vitaminen, mineralen, vetten en eiwitten. Enzymen in deze organen helpen weer mee in de vertering. De inhoud van de pens geeft vele microscopische flora en fauna aan de hond. Deze hebben een belangrijke functie in de dikke darm. Ze helpen mee in het vormen van B en K vitaminen en stimuleren de immuniteit. Bovendien helpen ze mee in de fermentatie van voeding. c. Groente en fruit: Dit aandeel is vijftien procent van de behoefte. Groente en fruit wordt voornamelijk opgenomen door carnivoren uit de maagdarm inhoud van de prooi die ze eten. Zo is de cellulosewand al kapot en de inhoud van de plantencel beschikbaar voor de hond. Vitaminen, mineralen, eiwit en koolhydraten zijn het aanbod uit deze voeding. Van belang is het verbreken van de cellulosewand door te pureren om zo deze stoffen als voeding beschikbaar voor de hond te maken. Stoffen als pectine, lignine en cellulose krijgt de hond via deze voeding binnen en vormen een bron van voeding voor de fauna in de dikke darm. Probiotica genaamd. Daarnaast stimuleert groente en fruit de darmperistaltiek en wordt stase van de voeding voorkomen. De hond heeft geen enzymen om cellulose te verteren. Bij de productie van kant en klaar vers vlees is het pureren van groente en fruit dus van belang. Ook honden die rauwe voeding krijgen in de ongemalen vorm, zoals hele botstukken met vlees en organen is het pureren van groente en fruit van belang.

 

bottom of page